Dit was Maas in Beeld

Publicatie onderzoek Maas in Beeld

Lees hier digitaal de bijhorende publicatie Maas in Beeld. Deze publicatie is ook beschikbaar in een Engelse vertaling.

Of lees hier het samenvattende nieuwsbericht.

 

Herbekijk hier de live stream

Enkele sfeerbeelden van de excursies

Bekijk via deze link enkele sfeerbeelden. Je kan ook op deze manier ook je eigen foto's toevoegen. 

FAQ

Q: Een belangrijk uitgangspunt voor de natuurontwikkeling in het RivierPark Maasvallei is altijd geweest: als mens zo weinig mogelijk ingrijpen op natuurlijke processen. Vanaf welk punt raden de onderzoekers aan om tóch in te grijpen, en op welke manier gebeurt dit bij voorkeur, bijvoorbeeld bij teveel wilgenopslag? 

A: De natuurbeheerders aan beide oevers van de Grensmaas hanteren het uitgangspunt ‘loslaten waar het kan, ingrijpen waar het moet’. Het landschap wordt gevormd door de rivierdynamiek en de aanwezige grote grazers. Als de doorstroming door teveel wilgenopslag in het gedrang zou komen, wordt dat beschouwd als ingrijpen waar het moet. Dat ingrijpen kan gebeuren door de wortels te verwijderen of door de begrazingsdruk te verhogen. Vanuit veiligheidsoogpunt zijn zones afgebakend waar voldoende stroming moet blijven en dus bosontwikkeling minder wenselijk is. Echter zijn er heel wat andere plekken in het RivierPark Maasvallei waar de ontwikkeling van ooibos ongestoord mogelijk moet zijn.  Momenteel loopt een onderzoek door INBO om te kijken hoe de afstemming tussen bosontwikkeling en doorstroming optimaal kan gebeuren, voor natuur en veiligheid.

 

Q: Op welke manier kan de 3.000ha die vooropgesteld werd, worden gerealiseerd, laat staan de 6.000ha waarvan sprake in de aanbevelingen? Wat zijn kansen en belemmeringen?

A: Een robuuste natuur door schaalvergroting is een belangrijke aanbeveling, niet in het minst voor de biodiversiteit, maar ook in relatie tot de toenemende recreatie. Alleen al door naar het hele overstromingsgebied te kijken, (de winterbedding tot aan de dijken) kan je een serieuze schaalvergroting realiseren. Er kan ook gekeken worden door een aantal cruciale niet vergraven delen die onderdeel zijn van het Natuurnetwerk. In Vlaanderen is een goede verweving tussen landbouw en natuur daarbij een aandachtspunt; en in heel het gebied is er nog veel winst te boeken door de verschillende natuurkernen als één geheel te beschouwen en ook zo te gaan beheren, bijv. door rasters weg te nemen of doorgangen te creëren.  Ook de beekvalleien zijn een belangrijke schakel naar omliggende natuurkernen.

 

Q: Hoe wordt voorkomen dat het toenemende toerisme een bedreiging wordt voor natuurontwikkeling?

A: Een van de deelrapporten van Maas in Beeld spitste zich toe op het natuurgebied Negenoord-Kerkeweerd, dat qua recreatie een van de drukste gebieden van het RivierPark is. In het monitoringsonderzoek scoort dit gebied qua biodiversiteit enorm goed. Dat komt ook door de zonering die er werd toegepast in de ontwikkeling van de recreatieve structuren: meer betreding dichtbij de fietsdijk en de parking, minder betreding in de gebieden dichter bij de Maas. De huidige wandelgebieden in het RivierPark Maasvallei werden met diezelfde aandacht voor zonering ontwikkeld. Dezelfde soort keuzes in nieuwe ontwikkelingen en monitoring van de drukte zijn evenwel aandachtspunten voor de toekomst.

 

Q: Zowel in de ooibossen als op de oevers blijft elk jaar opnieuw plastic soup achter. Hoe kan daar aan verholpen worden?

A: De plastic soup problematiek in een dynamisch riviersysteem als dat van de Grensmaas is een significant probleem dat de regio overstijgt (het gevoel te dweilen met de kraan open). Een gecoördineerde actie is nodig - en wordt momenteel opgezet - die inzet op verschillende aspecten van het probleem: afvangen (aan stuwen, met technische oplossingen op het water), opruimen (oevers en eilandjes), onderzoeken (waar komt het vandaan zodat de vervuilers kunnen worden aangesproken) en handhaven. De samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland (Maas.net en Schone Maas) is al op mekaar afgestemd, maar ook hier is nog verdere internationale samenwerking nodig. Meer info op www.litterfreeriversandstreams.eu

 

Q: Welke verbeteringen zien de onderzoekers mogelijk aan het huidige stuwbeheer, in het bijzonder bij een lage waterbeschikbaarheid in droge periodes, wetende dat de Maaswaterverdeling eigenlijk vastligt in (internationale) overeenkomsten?

A: Laagwaterafvoer betekent dat er door de afgesproken afvoerverdeling over Grensmaas en kanalen, toch een minimumafvoer van 10m³/s op de Maas gehouden wordt. Het probleem is vooral dat deze situatie steeds vaker voorkomt: meerdere dagen of zelfs weken exact 10m³/s over de Grensmaas. Bij een constante lage afvoer ontstaan er uitgebreide oeverzones die continu hetzelfde niveau hebben en geen waterbeweging, met massale groen- en blauwalgengroei tot gevolg. Een oplossing moet volgens de onderzoekers gezocht worden in het invoeren van kleine peilschommelingen binnen die 10m³/s zonder impact op de hoeveelheid water die naar de kanalen gaat. Binnen de voorziening van 10m³/s kan je ook variëren: een aantal uren minder dan 10m³/s om dan even een stroming van 20m³/s te kunnen hebben. Enkele uren minder afvoer dan 10m³/s hoeft geen bijkomende problemen op te leveren, het heeft juist het positieve effect dat het dan nog een kleine peilvariatie doet ontstaan in die stagnante oeverzones, en dus de algenontwikkeling kan tegengaan. Verder beredenen ze dat, wanneer er dan vanuit die extra-lage afvoer een (minuscuul maar ‘significant’) afvoergolfje kan doorgelaten worden van zo’n 20m³/s gedurende enkele uren, er voldoende stroming/verversing is van het water binnen de Grensmaasbedding. Daarnaast is ook aangegeven dat er momenteel een project in uitvoering is om de watervraag voor het Albertkanaal naar beneden te krijgen.

 

Q: Hoe gaan de rivierbeheerders de balans vinden tussen het beheersen van de rivier, b.v. het vastleggen van oevers en bodems, en de wens om juist natuurlijke processen vrij baan te geven?

A: Het streefbeeld om de ontwikkeling van de natuur in het RivierPark Maasvallei door de rivierdynamiek en de natuurlijke begrazing te laten bepalen zoveel als mogelijk, wordt ook gedeeld door de rivierbeheerders. Het was en is zelfs hun uitgangspunt bij de herinrichting van de rivier. Respect voor natuurlijke processen kan hand in hand gaan met beheer. Een goede monitoring van de rivier (stroombanen, hoogtes, nieuwe inzichten) maakt duidelijk hoe ver men kan gaan. Kijk naar de drempels die momenteel in de Maas liggen om de verdroging van de Kempen tegen te gaan; zij zijn er gekomen vanuit een gefundeerde noodzaak. Als nieuw onderzoek zou aangeven dat ze kunnen worden aangepast of weggenomen – of zelfs aangevuld met grind - zal dat overwogen worden. Een goede samenwerking op het terrein en het gebruik van moderne technieken zullen een steeds beter adaptief beheer toe moeten laten.

 

Q: Zal de monitoring doorgaan?

A: Langdurige monitoring is – zelfs binnen natuuronderzoek in Europa – helaas nog steeds een uitzondering, maar des te waardevoller. De partners en de onderzoekers gaan daarom de mogelijkheden na om binnen 10 jaar opnieuw een Maas in Beeld onderzoek uit te voeren. Een mogelijke kapstok is de afronding van het project Grensmaas aan Nederlandse zijde (2027).

 

 

Over Maas in Beeld

Team RivierPark Maasvallei, onderdeel van het Regionaal Landschap Kempen en Maasland, organiseert het webinar en de veldbezoeken samen met: